Eenvoudige gemeenschap
Wanneer sprake is van een huwelijksgemeenschap, dan zijn de regels van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.
Er kan echter ook sprake zijn van een eenvoudige gemeenschap.
De regels die hierop van toepassing zijn zijn te vinden in boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
Van een eenvoudige gemeenschap is sprake als twee (of meer) personen gezamenlijk een goed, zoals bijvoorbeeld een woning in eigendom hebben.
Dit is bijvoorbeeld van toepassing voor samenwoners die niet gehuwd of geregistreerd partner zijn.
Een huwelijksgemeenschap wordt gezien als aparte ‘entiteit’.
Dit betekent dat er in dat geval sprake is van 3 verschillende vermogens:
- Het privévermogen van persoon 1;
- Het privévermogen van persoon 2;
- Het gemeenschappelijke vermogen.
In het geval van een eenvoudige gemeenschap is het ‘derde’ vermogen er niet.
Dit betekent dus dat de eenvoudige gemeenschap geen schuld kan hebben.
Als sprake is van bijvoorbeeld een hypotheek dan ‘valt’ deze niet in de eenvoudige gemeenschap, maar komt deze beide partners toe naar rato van óf hun eigendomsaandeel in een goed óf is afhankelijk van de onderling overeenkomst inzake de draagplicht.
Binnen een eenvoudige gemeenschap is het mogelijk dat partners niet beide 50%-50% eigenaar zijn van het goed en/of de draagplicht heb niet 50%-50% aangaat.